Onlangs was ik in Agliano Terme, aan de rand van de Monferrato heuvels in Piëmonte. Ik kom in volgende blogs nog terug op de wijndomeinen en de wijnkaarten. Eerst even het fietsrondje dat ik op de gravelbike deed van Agliano Terme naar Nizza Monferrato en via Moasca weer terug. Een gebied met steile heuvels, waarbij je omringt wordt door de wijngaarden. Met kleine dorpjes, waar je kinderen op het schoolplein ziet spelen, met stille straatjes en cafeetjes met precies de espresso die je nodig hebt om de korte, felle colletjes te beklimmen.
“Wat is van hier de weg naar Nizza?”, vroeg ik in het barretje in Castelnuovo Calcea. “Ah”, zei de barman, en legde het uit. De rechte weg wilde ik vast niet hebben? Die was ook druk. Het kleine weggetje, met klimmetjes, die zochten we! Voor alle zekerheid nam hij me even mee naar buiten en weest het nog even aan. Weer terug bij de espresso kwam hij met een kaart aanlopen. Nogal een grote, en die moest ik maar meenemen.
Dan kom je langs vaak stille dorpjes. En allemaal hebben ze iets met wijn. Dat staat op borden als je binnen komt rijden. Het mooiste bord stond bij Mombercelli. “Mombercelli, dove il pane si chiama vino”, “Mombercelli, waar brood wijn wordt genoemd”. Treffender kan niet. Een duidelijke positionering. In Mombercelli gaat het om wijn. Waar je in Nederland rond 10.00 een kop koffie drinkt, wordt je in Mombercelli getrakteerd op een glas gulle rode Barbera. Zo volgden er meer dorpjes zoals Vinchio (“Da questi vigneti, i nostri vini”, hier onze wijngaarden, daar onze wijn, verwijzend naar de plaatselijke coöperatie). In het gezellige stadje Nizza Monferrato zie je werklieden tussen de achter hun Barbera.
Ik keerde via San Marzano en Moasca -met mijn favoriete espresso barretje- terug naar Agliano Terme. “Citta’ del Vino”, staat er langs de weg. “Een duidelijke positionering zonder de Mombercelli poespas”, moet de burgermeester hebben gedacht.